Een man klaagde over het gehuil van mijn dochter, toen kwam de dokter naar buiten en zei iets waar ik geen woord van kon uitbrengen.
Ik zat in de wachtkamer en wiegde zachtjes mijn dochtertje van drie weken. Ik had al een paar nachten geen oog dichtgedaan; ze had koorts en haar onophoudelijke gehuil brak mijn hart. Maar hoe hard ik ook probeerde, ik kon haar niet kalmeren.
Een man zat naast me, gekleed in een duur pak en met een luxueus horloge dat schitterde om zijn pols. Ik zag dat hij geïrriteerd raakte door elke kreet van mijn dochter.
Hij draaide zich naar de verpleegster, zichtbaar geïrriteerd, en zei kil: “Kunnen we dit versnellen? Mijn tijd is meer waard dan dat!” Toen draaide hij zich weer naar mij toe en voegde eraan toe: “Kan iemand dit kind stil krijgen? Ik ben haar geschreeuw zat.”
Er viel een diepe stilte in de wachtkamer. Alle ogen waren op mij gericht en ik voelde me bijna onzichtbaar in mijn lijden, samen met mijn dochtertje dat bleef huilen.
Er klonk gefluister in de kamer. Toen kwam de dokter naar buiten en liep naar ons toe. Hij begroette de man beleefd voordat hij zich naar mij omdraaide. Wat hij zei, maakte me sprakeloos.
“Baby met koorts?” vroeg hij.
Ik antwoordde, een beetje ongerust: “Ja, ze is drie weken oud.”
De man onderbrak hem abrupt en riep: “En ik heb pijn op de borst, het zou een hartaanval kunnen zijn!”
De dokter staarde hem kil aan. “Je hebt jezelf net bezeerd tijdens het golfen. Dit kleine meisje overleeft het vanavond misschien niet, dus zij komt eerder dan jij.”
Er viel een diepe stilte, waarna de zaal in applaus uitbarstte.
Toen ik met mijn dochter terug door de kamer liep, keek de man me niet meer aan.










